Een tijdje geleden hoorde ik Arita Baaijens spreken tijdens TedX Amsterdam en ik was onmiddellijk geboeid door deze bijzondere vrouw. Als enige Westerse vrouw bereisde ze in haar eentje en met kamelen de Sahara nadat ze haar baan als milieubioloog vaarwel zei. Haar reizen doen denken aan de ontdekkingsreizen van weleer en de moedige vrouwen die haar voorgingen in de zoektocht naar… tja, naar wat eigenlijk? We noemen bijvoorbeeld Alexandra David-Neel die begin 20ste eeuw diverse reizen naar het verre Oosten maakte, Amelia Earhart die als eerste vrouw de Atlantische Oceaan overvloog en de eveneens Hollandse Alexandrine Tinne die in 1861 Arita voorging en de Sahara doorkruiste (en nogal noodlottig aan haar einde kwam). Waar waren deze vrouwen naar op zoek? Wat hoopten ze te vinden? Wat drijft iemand ertoe een dergelijke reis te ondernemen?
Arita vertelde dat de intense eenzaamheid haar kijk op het leven voorgoed veranderde. In de woestijn is er namelijk niets (behalve zand) waardoor er iets gebeurt met je perceptie; je valt terug op het pure bestaan. En, omdat er geen afleidingen zijn en niemand om je heen, kun je niet anders dan reflecteren. Deze confrontatie kan beangstigend zijn, maar maakt ook krachtig. Baaijens schreef over haar reizen door de woestijn onder andere de bestseller Een regen van eeuwig vuur, maar toen gebeurde er iets opmerkelijks. De woestijn trok haar niet meer. In haar laatste boek Zoektocht naar het paradijs schrijft ze hierover:
Mijn relatie met de woestijn duurde een eeuwigheid, geperst in twintig jaren. Zodra Orion in de herfst aan de nachtelijke hemel verscheen pakte ik mijn tassen en vertrok naar Egypte of Sudan, waar mijn kamelen stonden. Dan zwierven we de hele winter door de leegte. Maandenlang. Jaar na jaar. Ik had er veel voor opgegeven, een goede baan, riante oudedagvoorziening, een geliefde. ‘Daar krijg je spijt van’ waarschuwden collega’s en familie. Want hoe moest dat later als ik oud was? Maar het verlangen naar leegte was sterker en ik vertrok. En toen, op een dag, was het voorbij, merkte ik aan irritaties over zaken die me eerder nooit ergerden of dwarszaten. (…) Een jaartje gaf ik het proces, daarna zou ik als herboren over de rand kruipen en een nieuw leven beginnen. Maar na drie jaar tuimelen was de bodem nog niet in zicht. (…) Ik zag maar één uitweg: een nieuwe obsessie vinden die mijn leven weer kleur zou geven. Hoe de obsessie eruit moest zien wist ik niet, maar over de mogelijke vindplek had ik wel ideeën. Het moest een gebied zijn met een cultuur, taal en religie die ik nog niet kende, het klimaat moest extreem zijn en het gebied groot genoeg om in te verdwalen en desnoods dood te gaan. Zo kwam ik in 2007 in Siberië terecht.
Arita vertrekt naar Centraal-Azië, naar het Altaj gebergte om er in de voetsporen van Nicholas Roerich het Shambhala te zoeken. Volgens de overlevering is Shambhala een mythisch koninkrijk waar mensen voorbeeldig leven en heel oud worden. De toegang tot dit utopische oord zou te vinden zijn in het Altajgebergte. Het zou het paradijs zijn op aarde. Boeddhisten noemen hun paradijs ook Shambhala en het vinden ervan staat gelijk aan het bereiken van de hoogste spirituele ontwikkeling. Arita gaat op zoek naar deze mysterieuze vallei, omdat, zo schrijft ze haar leven één grote puinhoop is. Door middel van haar zoektocht streeft ze ernaar orde te scheppen in haar innerlijk dat zo lang beheerst werd door de woestijn, maar nu ten prooi gevallen is aan chaos.
Roerich zocht naar de spirituele essentie van het landschap ontdekt Baaijens en ze dompelt zich onder in de verhalen en legenden die over het Altajgebergte de ronde doen. Mensen zagen er visioenen of voelden het lichaam op krachtplekken tintelen. Ze vraagt zich af wat de oorsprong van het geloof in een paradijs op aarde is en of ze de bijzondere krachten ook zelf kan waarnemen. Arita is nuchter, soms zelfs sceptisch als het gaat om de mystieke dimensie die sommigen claimen te ervaren. Haar rationele geest houdt van ‘bewijs’ en wetenschappelijke verklaringen. Aan de andere kant is Baaijens juist enorm spiritueel te noemen door haar sterk zintuigelijke manier van leven en reizen. Het is frappant vind ik, dat Baaijens zeven jaar lang in het Altajgebergte op zoek lijkt naar Shambhala alsof het een daadwerkelijke plek is. Alsof ze er letterlijk een toegangspoort zal vinden en een paradijselijke vallei. Dit paradijs is mijns inziens veel meer geestelijk op te vatten, symbolisch, misschien zelfs als gevolg van het landschap dat je compleet terugwerpt op jezelf waardoor je niet anders kan dan de nietigheid van je wezen te ervaren als onderdeel van het grote mystieke geheel.
Zo is haar ‘mislukte’ zoektocht eigenlijk een getuigenis van een diep spirituele (en geslaagde) ontdekkingsreis naar haar eigen wezen. Baaijens voelt bijvoorbeeld de aanwezigheid van God overal om haar heen in de natuur en ziet het wonder van een glanzende dauwdruppel. Ze ontdekt dat de omgeving waarnemen via de zintuigen een vorm van weten is. En haar tocht geeft haar het inzicht dat we niet alleen voor de geboorte en na de dood onderdeel van de natuur uitmaken, maar ook tijdens het leven. De scheiding die we hebben aangebracht is enkel kunstmatig door middel van de namen die we aan dingen hebben gegeven: “Maar de zon noemt zichzelf geen zon. Zodra het denken stilvalt is alles een.” Het oneindige toont zichzelf op velerlei manieren; er is niet één juiste manier van ervaren. Baaijens lijkt op zoek naar de mystieke ervaringen van een ander, maar ik denk dat God (of het mysterie) zich aan iedereen eerder op een andere manier toont. Zoals Baaijens haar boek eindigt: “De kunst is te leven op de rand van het mysterie, waar vragen niet op antwoorden wachten maar richting geven aan de zoektocht die nooit ten einde komt.” Antwoorden zijn van ondergeschikt belang of misschien is het de reis zelf die de antwoorden geeft?
Zoektocht naar het paradijs is een prachtig boek omdat het Baaijens zeer persoonlijke en poëtische ontdekkingsreis beschrijft naar haar eigen innerlijke spirituele landschap. Het Altajgebergte fungeert hier soms als spiegel die het binnenste buiten reflecteert (en andersom).
{Arita Baaijens – Zoektocht naar het paradijs – uitgeverij Atlas Contact – 24,99 euro – ISBN 978 90 450 2977 1}